75 JAAR BEVRIJDING; EEN VERHAAL DAT NOOIT KLAAR IS
Dit jaar herdenken we 75 jaar
bevrijding. Misschien lijkt het voor velen niet zo, maar de Tweede Wereld
Oorlog is intussen een mensenleven geleden. De meeste getuigen die het allemaal
bewust meemaakten zijn er niet meer. Maar gelukkig hebben veel verhalen en
getuigenissen wel overleeft, en geven zij ons de mogelijkheid om even terug te
gaan naar de sfeer van toen. Het spreekt voor zich dat ook wij in de komende
maanden stil zullen staan bij deze gedenkwaardige datum. We zullen dit op twee
manieren doen. We openen met twee artikelen over de razzia’s van 1944, een
hoofdstuk dat bij veel mensen die niet direct betrokken waren, onbekend is
gebleven. Vandaag publiceren wij Deel 2.
Daarna zullen we iedere laatste
woensdag van de maand een hoofdstuk publiceren van het boek “Speuren na
duistere jaren” geschreven door Bert Bakkenes. Dit boek gaat over de
geschiedenis van de Politieke Opsporingsdienst (POD), met de focus op Midden
Nederland. We spreken dan over de periode na de bevrijding, die je ook wel de
oorlog na de oorlog zou kunnen noemen. Wij hopen dat dit alles zal bijdragen
aan ons streven om vooral de wat minder bekende zaken voor het voetlicht te
halen. Want 75 jaar bevrijding staat voor veel meer dan alleen het binnenhalen
van de bevrijders en het uitsteken van de vlag. Er is veel gebeurd in die 5
jaar bezetting en in de periode kort na de oorlog. Zo veel dat we er zelfs nu,
een mensenleven later, nog niet over uitgepraat zijn.
Redactie Volkskracht Vooruit! januari
2020
75 JAAR BEVRIJDING GRAVEN VOOR DE
BEZETTER DEEL 2
HOE VOOR VEEL MANNEN 1944 HET JAAR VAN
DE RAZZIA WERD
Vorige week hebben we gezien hoe
Amersfoort een razzia van de bezetter te verwerken kreeg in de herfst van 1944.
Tussen de 5000 en 6000 mannen werden afgevoerd om verdedigingswerken aan te
leggen bij de IJssel. De mannen hadden nog een beetje geluk omdat ze in
Nederland konden blijven. Zo waren ze dichter bij huis, en ook ontsnappen was
een stuk makkelijker. Veel andere dwangarbeiders hadden minder geluk, zij
werden wel degelijk naar Duitsland gebracht. Dat maakte niet alleen de afstand,
maar ook de gevaren veel groter. Vandaag kijken we naar de razzia in de Noordoostpolder
van november 1944. De mannen die toen werden opgepakt gingen op transport naar
het Oosten. We zullen ook kort in gaan op de grote razzia’s in Rotterdam, Den
Haag en Haarlem. Allemaal episodes die plaats vonden in het Jaar van de Razzia.
De Noordoostpolder
De Noordoostpolder, het nieuw stukje
Nederland, werd in de loop van de oorlogsjaren steeds meer een paradijs voor
onderduikers. Vervolgde verzetsmensen en Joden, plus veel jonge mannen die niet
in Duitsland wilden werken, vonden in de polder een goed heenkomen. Het werk
bestond uit het ontginnen van de nieuw gewonnen grond, of het binnenhalen van
de oost. Zeker geen makkelijk werk, en de kampen waar de arbeiders woonden
waren primitief. Maar de Duitsers, die wel in de gaten hadden wat er speelde, keken
weg omdat ze het werk als belangrijk zagen, en dat gaf een zekere mate van
veiligheid. Volgens de officiële cijfers werkten er tussen de 2000 en 4000
mannen in de polder. Eigenlijk profiteerde iedereen van deze situatie inclusief
de bezetter, en dat zou zo blijven tot de zomer van 1944. De Duitsers hadden in
die periode elders arbeidskrachten nodig, en zo kwam de Noordoostpolder al snel
in het vizier. De autoriteiten wilden 500 man overplaatsen om in Limburg aan
het werk te gaan. Dit gebeurde eerst vrijwillig, maar toen maar weinig mannen
zin bleken te hebben in de onderneming greep de bezetter echt in.
Op maandag 7 augustus 1944 werd een
razzia gehouden door gewapende politie troepen, en iedere arbeider die men
tegenkwam werd meegenomen en overgeplaatst. Op deze manier kwam het geëiste
aantal van 500 man nog steeds niet vol, want men kreeg maar 392 man te pakken. Het
resultaat was wel dat heel veel arbeiders uit de polder weg vluchtte. Het was
immers niet veilig meer. De onrust was groot en de oost kwam in gevaar. Dat was
voor de bezetter geen probleem. Hij had arbeidskrachten nodig, en verder was
alles onbelangrijk. Iedereen die de polder kon verlaten deed dat, vooral nadat
de politie een arbeider, genaamd Henk Bolt (22), had aangeschoten. Hij overleed
een paar uur later. De arbeiderskampen raakten leeg, en nergens werd meer
gewerkt. Na verloop van tijd keerde een aantal arbeiders terug, en er wordt
geschat dat er weer 2000 man in de polder aanwezig waren. Nog steeds was de
polder veiliger dan de grote steden, en er was natuurlijk ook veel meer
bewegingsvrijheid. Maar de Duitsers waren nog niet klaar met de
Noordoostpolder.
Op vrijdag 17 november 1944 trokken
4000 Duitse troepen, onder leiding van het hoofd der SS in Nederland, Rauter, de
Noordoostpolder binnen. Dit gebeurde om 04.00 uur in de nacht. De troepen
hadden opdracht om iedere meter land af te zoeken. Iedere arbeider die men
aantrof moest als dwangarbeider naar Duitsland worden gestuurd, en
verzetsmensen moesten uitgeschakeld worden. Ondanks de waarschuwing van de
eerst kleine razzia in augustus, werden de arbeiders compleet verrast door deze
nieuwe operatie. Rauter zou na de oorlog verklaren dat de razzia in de polder
urgent was, omdat hij informatie had gekregen dat de Britten het gebied voor wapendroppings
wilde gebruiken. Inderdaad zijn er een paar kleine droppings geweest, 3 in
totaal, maar lang niet op de schaal die Rauter voorgaf. Aan de vooravond van de
razzia was het verzet gealarmeerd omdat er zoveel troepen naar het gebied waren
gekomen. Men probeerde elkaar per telefoon te waarschuwen zodat onderduikers,
Joden en verzetsmensen op tijd weg konden komen. Maar dit bleek moeilijk omdat
in de hele regio het telefoonnetwerk geblokkeerd was. Hierdoor lopen veel
arbeiders en onderduikers in de val.
Toch kunnen sommigen nog wegkomen,
omdat er gebruik gemaakt kan worden van een interne telefoonlijn waar de
Duitsers niets van afweten, en die het dus gewoon doet. Zo kunnen verschillende
kampen elkaar waarschuwen. Sommige arbeiders verschuilen zich in de rietvelden
tot de troepen zijn vertrokken. Anderen vluchten naar Urk, of komen per fiets
weg. Maar de grote meerderheid van de mannen in de polder wordt opgepakt en moet
in lange colonnes het eens zo veilige gebied lopend verlaten. In Vollenhove
werpen de burgers de mannen warme kledingstukken toe. Ook wordt er voor eten en
drinken gezorgd. In Zwartsluis kunnen nog een paar mannen ontsnappen, maar er
is veel bewaking en na een korte mars worden de dwangarbeiders tijdelijk
opgesloten in openbare gebouwen. In totaal zijn bijna 1800 mannen in handen van
de Duitsers gevallen. Ze zullen in de buurt van de grens tussen Nederland en
Duitsland worden ingezet om verdedigingswerken aan te leggen. Dat is de
afspraak, waarbij ook vermeld moet worden dat ongeveer 200 man mocht blijven om
het werk in de polder gaande te houden. Dit cijfer loopt op tot 400, en in
totaal worden 1100 man door de Duitsers afgevoerd. De SS vindt ook nog
honderden Engelse stenguns van de droppings tegen het einde van de 2-daagse
razzia, maar de betrokken verzetsgroep weet te ontsnappen.
De 1100 opgepakte mannen worden met
treinen naar Duitsland gebracht waar ze opnieuw moeten graven voor de bezetter.
Een heel ander lot dus dan de Amersfoorters die naar de IJssel gingen. De reis
naar Duitsland is niet ongevaarlijk omdat Geallieerden vliegtuigen de treinen
regelmatig beschieten. De mannen komen aan in Emst, Haren en Lingen. Niet
allemaal worden ze aan het spitten gezet. Een groep uit Urk moet de luchtafweer
bedienen, onder meer bij Kassel en later Berlijn. Rond Kerstmis 1944 mogen 152
mannen naar Nederland terugkeren, maar de grote meerderheid blijft tot het
einde van de oorlog in Duitsland. Het is niet bekend hoeveel van de mannen in
Duitsland zijn omgekomen. Niemand heeft dit geregistreerd, net als bij de
Amersfoorters. Overigens kreeg de zaak nog wel een staartje. Door de razzia
dreigde de oost in de polder te mislukken, en ook de ontginning liep achter. Er
waren gewoon te weinig arbeiders over. Om dit op te vangen werd een aantal
boerenzonen uit Twente naar de polder gestuurd. Zij hadden ervaring en konden
het werk vakkundig uitvoeren. Ook ontliepen ze uit sturing naar Duitsland. Tegen
het einde van de oorlog was de polder praktisch leeg. Nu herinneren nog een
paar kleine gedenktekens aan de razzia die eens de Noordoostpolder tot een
gebied van verschrikking maakte.
Andere razzia’s
Rotterdam
Een week voor de actie in de
Noordoostpolder werd de grootste razzia van deze periode gehouden. Op 10 en 11
november 1944 werd Rotterdam door Duitse troepen van de buitenwereld
afgesloten. Huis aan huis werd een briefje verspreidt waarin stond dat alle
mannen tussen de 17 en de 40 jaar zouden worden afgevoerd om dwangarbeid te
verrichten. Ze moesten warme kleding, goede schoenen en wat eten meenemen. Wie
probeerde te vluchten of weerstand bood zou worden neergeschoten. De oproep
werd ook in de straten van de stad omgeroepen. Om het afvoeren makkelijk te
maken, moesten alle mannen voor hun voordeur gaan staan en wachten op nadere
bevelen. De stad was door 8000 troepen afgegrendeld en ook het telefoonnetwerk
was uitgeschakeld. Overal waren zwaar bewapende soldaten te zien met
machinegeweren en handgranaten. Sommige mannen konden nog op tijd onderduiken,
maar de meeste zagen geen mogelijkheid om weg te komen, en werden in grote
colonnes afgemarcheerd.
In totaal werden 52.000 mannen
opgepakt. Ongeveer 40.000 mannen werden naar Duitsland gebracht, en 10.000
werden in Oost Nederland aan het werk gezet. Mannen die goede papieren hadden
werden vrijgelaten. Op weg naar Duitsland konden nog verschillende mannen
ontsnappen, en eenmaal aangekomen in Duitsland en Oost Nederland liep ongeveer
30% van de spitters weg. Maar de meerderheid van de afgevoerde Rotterdammers
zag de Maasstad pas na de Duitse capitulatie terug. Zij hadden geluk, want
ongeveer 410 van de dwangarbeiders kwamen in Duitsland om door bombardementen,
beschietingen, ziekten of ongelukken.
Den Haag
Op 21 november 1944 was Den Haag aan
de beurt, en ook deze razzia was groot van omvang. In totaal werden 15.000
mannen opgepakt om afgevoerd te worden naar Duitsland. Ongeveer 7000 man werd
overgevaren in een rijnaak, de rest ging met de trein of lopend. De treinen
vertrokken van Hollands Spoor. De Hagenaars werden vooral in fabrieken aan het
werk gezet. Zo kwam een grote groep in Hamburg terecht, de Duitse havenstad die
zwaar werd gebombardeerd. Anderen gingen naar Kamp Rees, een slecht kamp met
erbarmelijke omstandigheden, waar overleven de enige vuistregel was. Zij werden
voor graafwerkzaamheden ingezet. Na de oorlog kwamen de meeste dwangarbeiders
weer naar huis. Ze kregen geen warm welkom, omdat werd beweerd dat ze voor de
Duitsers hadden gewerkt, en dus de oorlog hadden verlengd. Dat er dwang aan te
pas was gekomen vergat men gewoon. Hoeveel Hagenaars in Duitsland zijn
omgekomen is niet bekend.
Haarlem
In december 1944 hadden de verhalen
over razzia’s in de verschillende plaatsen bijna iedereen bereikt. De illegale
pers schreef er over, reizigers spraken er over en natuurlijk gonsde het ook
van de geruchten. Want de vraag was; welke plaats zal nu aan de beurt zijn?
Veel mannen uit de bekende leeftijdscategorie namen het zekere voor het
onzekere en doken onder. Dat merkten de Duitsers natuurlijk ook, en daarom
verzonnen ze in Haarlem een list. Op 5 december gingen veel van de ondergedoken
mannen even naar huis, om Pakjesavond met de familie door te brengen. Omdat het
laat werd, en natuurlijk rekening gehouden moest worden met de spertijd, bleven
velen van hen thuis slapen. Dit bleek een kostbare fout te zijn. De volgende
morgen, 6 december, grendelde Duitse troepen Haarlem af. Bij ieder huis werd
een briefje in de bus gegooid waarop een bevel stond. Alle mannen tussen de 17
en de 40 moesten met bepakking voor hun voordeur gaan staan. Ze zouden dan door
Duitse troepen worden weggevoerd, om voor 5 gulden per dag in Duitsland aan het
werk te worden gezet. De actie werd bekend als de “Sinterklaasrazzia”. Veel
mannen probeerden het oppakken te ontlopen, maar de Duitsers doorzochten alle
huizen en uiteindelijk werden 1300 mannen meegenomen. De razzia vond
gelijktijdig ook plaats in Heemstede en Bloemendaal. De mannen gingen per trein
naar Duitsland, maar het is niet bekend waar ze werkten, en hoeveel er zijn
omgekomen.
In de laatste maanden van de oorlog
kwamen razzia’s nog maar zelden voor. De Duitse bezetter had immers andere
zorgen. Na de Duitse capitulatie kwamen veel voormalig dwangarbeiders langzaam
aan naar huis. Voor sommige ging het snel, anderen moesten lang op vervoer
wachten. Ze werden niet als een prioriteit gezien. De mannen die terugkwamen
gingen weer op in de samenleving, hoewel een aantal wel het verwijt kreeg dat
ze voor de bezetter hadden gewerkt. Anderen hadden geen last van dit soort
zaken, en pakten hun leven weer op. Het interesseerde bijna niemand wat hen
allemaal was overkomen. Pas sinds de jaren 90 van de vorige eeuw hebben de
lotgevallen van de dwangarbeiders wat meer bekendheid gekregen, en er zijn ook wat
monumenten ontstaan. Maar de aandacht is altijd beperkt gebleven, en dat was
een onrecht waar veel van de mannen mee hebben geworsteld.
Laten we daarom tijdens 75 jaar
Bevrijding ook even stil staan bij het lot van de dwangarbeiders. Daarbij
moeten we niet vergeten dat zij niet vrijwillig gingen, en dat ze maar al te
vaak te maken hebben gehad met dwangmiddelen, niet alleen van de Duitsers, maar
vooral ook van de Nederlandse arbeidsbureaus en andere delen van het
ambtenarenapparaat. Daar is na de oorlog bijna nooit meer over gesproken, en
aan zuiveringen ontbrak het helemaal. Wij hopen dat onze artikelen deze
vergeten groep in ieder geval een stukje aandacht geeft. Aandacht waar het
jammer genoeg jarenlang aan heeft ontbroken.
Bronnen Deel 1 en Deel 2:
Amersfoort 40-45, Joop Bloemhof,
documenten uit eigen archief, Interview Henk Foppen AD/AC 14 april 2014, 75
jaar Razzia Dossier deel 1 en 2 van Omroep Flevoland november 2019, 15.000
mannen uit huis gehaald Omroep West 20-11-2014, De Razzia van Rotterdam
Wikipedia, De Razzia in Rotterdam NIOD Amsterdam.
Links:
Twitter: Volkskracht Vooruit!
@VolkskrachtV
Telegram: t.me/volkskrachtvooruit
(abonneren na installeren Telegram App)
Artikel uitgebracht door: VOLKSKRACHT
VOORUIT! @ 2020